|
|
SINGER: Willem Vermandere
SONG:Dance Macabre
Ik was lichtshes beschonken en ‘k zag maar half klaar in ‘t gat van december, in ‘t donkerst van ‘t jaar op weg naar huis, deur sneeuw verblind rond middernacht, deur een ijzige wind en ‘k blies in mijn handen en ‘k sloeg z’op mekaar ‘k wou dad ik thuis en in mijn bedde waar voorovergebogen nogal goe-kome-’t-uit bots ik daar pardaf op ne rare perluit de magerste mens die ‘k van ze leven ooit zag me’ rammelende knoken en nen ijskelderlach ne zwarte mantel, noch snit noch model nen bleke scharminkel zonder vlees of vel Welwel meneer willem, nog zo laat op gang zij’j gij allene in ‘t donker ni bang ba neen’k meneer beendermans absoluut niet pardon, zei die knekelvent, ‘t is piet pietshe de dood, en hier is ‘t bewijs van onder zijne mantel, een blinkend zeis God sta me bij, ik sloeg een kruis of ik geraak van de nacht ni meer levend thuis kreveren op strate dad is onbetaamd en heel mijn familie doodsbeschaamd ik moet hier ontsnappen, kost wat kost hoe geraak ik van die vent en da’ zeis verlost H�h� voorzichtig met dat scherp ding staa me toe da’k eerst nog een liedshe zing kijk mijn gitaar h� ‘k al omklemd en hoord plingpling z’is al gestemd of nen dans macabre op de klarinet of ne marche fun�bre op de trompet Voor da’ die me’ zijn zeis kon slaan gaf ik katoen me’ mijn stemorgaan van “ ‘k ben zo eenzaam zonder jou als ik jou niet in mijn armen hou” en ook heel innig “ch�rie ch�rie” ne schone vlaamsen potpourri. In ‘t holst van de nacht gelijk ne gek zong ik het schuim op mijnen bek van liebe, love en van amour omda’ da’ zo schone rijmd op toujours, al flauwe kul maar effici�nt die knokevent was doodkontent Het zeis verdween onder zijne frak “awelwel willem je zij ne krak ik doen mijnen job al eeuwen lang nog nooit kreeg ik zo’n zoet gezang nog nooit kreeg ik zo ne welkomstgroet van ��n die ‘k komen halen moet En al trekt mijne kop op een kalebas en h� ‘k geen hert in mijn karkas noch hersens darmen bloed of traan noch zenuw noch geslachtsorgaan toch zeg ik dank voor dit recital en voor dit concert instrumental Maar hoezeer da’k uw muziek waardeer en uw zoete stem apprecieer werk ik totaal ondergeschikt ‘t is mijnen baas die weegt en wikt ik kreeg vannacht de simpele taak slaa maar ne zanger aan den haak Je moe’ verstaan da’k mij excuseer en liever ne collega presenteer g’h�t nog drie beatles of wa rollingstones of pak madonna da’s iets heel schoons of tina turner een ferm stuk of margriet hermans verrukkeluk En zangers meneer magere hein g’ h�t der hier dertien in een dozijn heel schone jongens bij de vleet de prinsen van de hit-parade de mussen me’ de merelbek de grote meesters van de play-back Maar magermans riep stopstopstop en hij schudde me’ zijnen totsekop van dat onsterflijk zangersras kreeg ik er al heel veel onder ‘t gras ‘t is boter aan mijne galg gesmeerd dad is een ras die nooit kreveert Ik zoek veeleer ne stamelaar ne langharige rijmelaar zo ��n die ‘t al bekritikeerd die paster en burgers ammerdeerd ‘t is u da ‘k zocht al jaren lang willem zing nu maar uw zwanezang Ik sloot die nacht in ��n twee drie met magere piet een compromis gij komd mij halen op den dag da ‘k van niemand ni meer zingen mag maar zolang da mijn lied de mens verblijd laat je mij leven tot in eeuwigheid
| |
|